Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

het stof

Mijn mamma’s heitelȃn is verloren, er is aan geknoeid
Zegt ze, het is verarmd, er steken rare punten in de lucht
En er zijn tunnels onder het water gekomen waar luxe
Bootjes overheen varen en er zijn

86 rotondes en het is wel 2300 kilometer ver, ze is niet
Verreisd en ze is heel blij dat ze daar niet woont en ze
Hoeft niet meer terug ooit, vreemd geruststellend hoe
Het jarenlange heimwee opeens

Ingevuld wordt door een giebelende tevredenheid, hoe
Onze taal opeens ook de hare is en hoe het gebak haar
Smaakt en hoe de kruimels rustig blijven liggen in haar
Schoot en hoe haar kinderen opeens

Knipogen naar elkaar, de boerderij was nog heel, ze had
Voor het hek gestaan en gevoeld dat ze daar kind was
Maar de grond eromheen was ze kwijtgeraakt en haar
Voetstappen verloren en

De witte broodjes voor onderweg  had ze uit het raam
Geduwd, niet op de rotonde natuurlijk maar gewoon
Halverwege de Afsluitdijk, zoals vroeger, zoals alle
Vrouwen over en weer

Vol goede zorgen en moed de rokken bij elkaar hielden
Op de winderige afscheiding tussen thuisland en het
Westen, de mannen een plas, de kinderen een rondje om
De auto en dan thuis zijn

Elk aan hun eigen kant, ze had het plakje kaas geproefd
En toen haar vingers afgeveegd aan haar sjaaltje en toen
Ze in bed lag, had ze alleen maar koude voeten gehad en
Geen verdriet

En de nachtzuster had een deken gevouwen en die op haar
Benen gelegd en toen pas had ze gedacht hoe ze misschien
Nog even moest ‘toeteren’ dat ze thuis was, alleen zou ze
Niet meer weten naar welk nummer dat moest

een log uit 2010, getiteld i don’t know which way i’m going

 

« »