Ik denk dat poëzie iets is als vingerafdrukken
op het venster, waarachter een kind dat niet kan slapen
te wachten staat op dag. Uit aarde komt nevel,

uit verdriet een soort ach. Wolken
zorgen voor vijfentwintig soorten licht.
Eigenlijk houden ze het tegen. Tegenlicht.

Het is nog te vroeg om nu te zijn. Maar de rivieren
vertrekken alvast. Ze hebben het geruis
uit de zilverfabriek van de zee gehoord.

Dochter naast me voor het raam. Van haar houden
is de gemakkelijkste manier om dit alles te onthouden.
Vogels vinden in de smidse van hun geluid

uit, uit, uit.

Herman de Coninck, Vingerafdrukken op het venster,
uit: De vier seizoenen