Hij zegt wat ik al die jaren heb willen horen
En ik luister wel maar doe er niets mee, een
Gedichtje misschien

Drie regels die niet rijmen, van overzee komt
Ook het gemis, nu ik geweest ben en de voorraad-
Kast heb aangevuld

Is mijn gevende hand een wenk in de verte: elke
Dag hoort hij mijn sirene, elke dag stel ik gerust
Of vast of

Samen: dat het niet de winst is van blijven maar
Zijn, daar, in het hart, in de kast, op gehoorsafstand
Oké, zeg ik

En ik denk aan een vierde regel: voor altijd en
Eeuwig, maar dan zegt hij dat dood niet bestaat
Of ik: het is slechts tijdelijk