Het is met het reisje als met mijn toekomst:
Af en toe leg ik iets opzij waaraan ik toevallig
Denk, er groeit een stapeltje
Op mijn bedrand, soms komt iets in me op
Wat ik neerschrijf, het boodschappenbriefje
Ineengefrommeld in de
Broekzak, ik neem altijd maar zo weinig mee
En dan het boek: er is een boek waarin mijn
Naam reist
Tussen pagina 13 en 24 naar ik meen en ik
Kan niet zonder iets vertrouwds, zo in de
Vreemde
Het wordt dus even gebukt gaan onder een
Vrolijke last, knipogend bij de douane, wetend
Waar ik aankom:
Een eiland, een verte, een lang jongenslijf met
Warme armen, een huppelmeisje, een uitgeklapt
Bed, worstjes bij de eieren
Maar dan later, deinend op zijn boot, omgordt
Met zwarte doeken, wapperend in de wind, de
Haven binnengaand
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x