Als ik aan die nacht denk, hier in dit oord waar ik altijd zal blijven, trillen mijn handen en doen mijn spieren pijn. Dan verlies ik elk besef van dag of nacht, dan denk ik niet meer aan werken; ik schrijf dit verhaal en probeer u te vertellen wat er werkelijk gebeurde. Terwijl ik mijn best doe niet te veel te verzinnen. Ik denk er weleens per ongeluk aan, dan vervagen de woorden voor mijn ogen terwijl mijn pen gaat zweven en blijft zweven, ik kan er uren aan denken en toch is het altijd hetzelfde moment waar ik aan denk. Haar haar toen ze zich over me heen boog, rood met goud ertussen, haar haar op mijn gezicht en borst en haar gezicht door haar haren heen. Ze liet het over me heen vallen en ik had het gevoel in hoog gras te liggen, veilig.

Jeanette Winterson: The Passion