“Ik  ben niet bang voor het Niets, maar voor het Alles. Het is vreemd, dat mijn schrijven – onder invloed van deze angst, iets van een geperste stem krijgt, maar ook niet verwonderlijk, want ik voel het in mijn keel. Schrijven is voor mij hardop spreken en ik ben bang voor een duizendvoudig, duizendstemmig antwoord in het donker. Het liefste nam ik mijn moeder mee, die nooit bang is geweest en wier warme, stroeve hand ik nu voel, wier jurk ik ruik.”

“Ik ben ineens niet meer bang: als ik zo zou schrijven, zo hardop zou kunnen spreken, dat het gevaarlijk werd, zou de hele schepping uit mij spreken en niet meer tegenover mij staan in het donker.”

M. Vasalis in Maaike Meijer, M. Vasalis, een biografie, hoofdstuk 20