zo weinig als ik
het in de hand heb
wat zich mijn stem noemt

een voor het lijden
twee voor de troost
en drie voor de poëzie

plompverloren zeggen
waar het op staat
op het marktplein

in plaats van luisteren
naar het baasje
en braaf het mondje dicht

stel je voor dat slaakt
kreten van genot
of het jankt van de pijn

tegenover een kritisch
miljardenpubliek
en dat voor zijn plezier

Paul Hof, Mijn stem
voor A., 21 april 2012