Ik droom van datzelfde erf, ik sta aan het
Aanrecht en zie mijn zusje thuiskomen en
Ik weet dat mijn ouders er niet zijn

De afstand tussen tuin en keuken is dan ook
Veel groter en voordat ik haar ontmoet, ben
Ik weg en met

Dat gevoel word ik wakker, die onbedoelde
Ruimte tussen haar en mij, toen en nu, ontwaken
En mezelf instoppen

Zij zal zeggen dan dat we moeten rouleren
En dat hoe dan ook de ziektes levensbedreigend
Zijn, zoals eigenlijk

Het hele leven, vindt zij, we naaien een geluks-
Munt in mijn mamma’s kussen en kopen ons
Vader nog wat

Ongelezen boeken, eigen keuzes, denk ik nog
Maar zij kijkt streng terwijl ik de lege borden
Was