Ik had eens een literaire salon, een ontmoetingsplek
Die zich vulde met kunstenaars, muzikanten en dichters
Zoals ik eens een taak had in dit leven, een andere dan
Te zorgen voor kind en kraai en ontbrekende zinnen als
‘het water hoog schuimend voor de deur’ en
Mezelf daar ergens wiegend, het was een komen en gaan
Door die open atelierdeur zoals liefjes wisselden van
Bank en kinderen na een zomervakantie zoveel langer
En daarna ik bedelend langs de straten, een onbekend
Werk van grote afmeting
Er zijn bewegende beelden waarop te zien is hoe ik
Hurk, hoe mijn vinger glijdt langs ruggengraat of nerf
Hoe mijn haar danst en soms in het voorbijgaan blijft
Liggen op een zijdelingse schouder, hoe mijn lach
Zich vormt als een –
Onbedoeld bijna – streek van zijn penseel, de stoep nog
Nat, herfstbladeren die in de gang opwaaien en zowel
De eerste als de laatste klank van een bijeengeschraapt
Groepje dat na deze gebeurtenis altijd nog wat nadeunde
En sukses had in de
Weilanden rondom, toehoorders overal en lezers, lezers
Die bleven kleven aan mijn witte wanden, eens vulde
Men zich hier, schuimend als het hoge water, volzinnen
Bedenkend als ‘de ontmoeting met mijn tweelingziel,
Lang gekoesterd’
log 27 februari 2011
or someplace later
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x