Ik heb gemerkt dat ik de boeken die ik las ongelooflijk snel vergat. En ik had besloten om er een geschreven samenvatting van te maken om ze in mijn geheugen vast te leggen.
Maar ik denk dat je beter kunt vergeten. Me nauwkeurig herinneren zou ten koste gaan van de verbeelding.
De verbeelding wordt gevoed door het geheugen. Zeker. Maar ze kan alleen verschillende herinneringen, beelden, samenvoegen als die herinneringen en die beelden heel vaag zijn. Anders zijn het reminiscenties en is het geen verbeelding meer.
De verbeelding schept iets nieuws met iets ouds. Maar dat ouds moet verbleekt zijn, zonder reliëf, zonder uitgesproken kleur, zodat de verbeelding zich er onbewust meester van maakt en haar spel speelt. Door nauwkeurige details in mijn geheugen te prenten – de duidelijke karakters van een boek, de ontwikkeling van de karakters, de scènes – onttrek ik des te meer aan mijn verbeelding.
Deze redenering geldt trouwens alleen voor mij. Een romancier zal bij wijze van uitzondering een niet al te betrouwbaar geheugen hebben.”

Over de verbeelding en het geheugen, september 1918

Roger Martin du Gard, Kijken door een sleutelgat: dagboek en herinneringen,
uit het Frans vertaald door Anneke Alderlieste,
De Arbeiderspers, 2022, privé-domein nr 320