Het terugfietsen deed aan vroeger denken, de straat verlaten,
de stad nog net niet helemaal donker, de geluiden
intiem, de geur van bloesem en boerenerf, een zomer die eraan
kwam, een terras waarop je nog net elkaars ogen
kon zien, het eindeloze van toen. Bijna neem ik de route naar
het oude huis en al haar bezoekers, de fiets
door de voordeur, het ene licht in de keuken of kom ik langs
de gracht en tussen de kerken waar ooit zo
hartstochtelijk werd gezoend en zomaar ben ik in de tuin van
het hofje en buk onder de struiken. Weer
is het thuiskomen het belangrijkste maar ook in de handelingen
vooraf, herken ik vroeger. Een vergadering, een
afspraak delend tegenover elkaar en tekeningen in de kantlijn
van mijn papieren, een handdruk, de koffie lauw.
John Zwart
19 april 2019 — 17:08
toen tijd nog eindeloos scheen,
scheen zo scheen