In de wachtkamer, willekeurig welke, verzint men zich heuglijke
aflopen en aflopen zonder meer voor elke verlegen
bezoeker. Er zijn maar weinigen die met bravoure en luide stem
de stilte doorbreken, een enkeling fluistert tegen de
trouwe partner die elke keer blijft zitten tot zij weer verschijnt,
jassen op schoot, er zit vast iets
waardevols in de zakken. Een jongen kust de verpleegster, soms
ontmoet je een oude schoolvriendin, een zusje,
een voormalige geliefde. De mijne vraagt of het bezwaarlijk is:
een gaatje in de regenboogstreep van mijn verkleurde
arm, daar vliegt mijn vader boven de wolken uit en groet, en vraagt
zo’n verhaal, zo’n verzinsel zoals ik mezelf dat
geef: een geruststelling alsjeblieft maar ook een acceptatie van de
feiten, we komen hier tenslotte allemaal voor hetzelfde.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x