Dan te tellen zoals je dat doet onderweg, zoveel stappen,
zoveel slagen van het wiel, zoveel witte auto’s,

zoveel kinderen met een rode muts, zoveel mannen met
een rugzak, zoveel moeders met ratelende wagens,

hoeveel vaders, zoveel cijfers dat het je duizelt, zo vaak
opgeteld en in mindering gebracht, tot zeven,

tot zeventien en dan weer terug, niet stoppen op een jaar
of een geboortedatum of de hoeveelheid van

een kind want dat brengt ongeluk, het zorgvuldig en zacht
bijeenrapen van nog wat uitstel, dat is dit

tellen, dit nog even blijven liggen, dit nog even overwegen
of niet alles samengevoegd kan tot

een verbijsterend aantal van 73.337, eindelijk de tel kwijt
te raken en voortaan alleen witte poezen op straat.