Lang bleef ik denken dat het gewoon kon: ik zou op
het ronde raampje kloppen en wachten tot
zijn hoofd langzaam boven kwam, de deur van het
vooronder ontsloten, dan de vier dansende
stappen, de verende krullen, de grijns, de kajuitdeur
en het mij naar binnen trekken waarbij
het lijf tuimelend in touw en olie, voorraden en water
bijna, fietsen, boeken, lampen, stuur
en kapitein, opeens weer zou weten hoe het leven
werkt, terug zou grijnzen, geen woord zou
uiten dan het likken aan zijn hals, het bijten in zijn nek,
het scheuren aan zijn overhemd, het zoeken
van zijn mond, terugvallend in het ruim van een schip
dat varen kon naar het begin van de rivier.
hans altena
9 november 2017 — 09:34
varend naar het begin van de rivier, die hakt erin deze ochtend terwijl ik in een schoolklas naar buiten kijk en weg zou willen drijven op de ragfijne mist naar… ik moet even weg, zeg ik…
alja
9 november 2017 — 09:46
x