Met hem deel ik de dode muzikanten, de levenden ook,
kende ik die en wat volgt is een tour langs
mijn eigen steden, had ik dat en ik ben terug in de zalen,
bij de mannen, de baantjes, het verzamelen
en keurig op alfabetische volgorde typen van de namen
waarbij in sommige gevallen een witte brede
spatie genoeg was voor nog meer stipnoteringen. Zegt
hij iets over een spel, het jaartal volgt direct,
een week spijbelen om de regels te doorgronden, mijn
bezorgdheid voor hun ziekzijn, we koppelen
terstond de feest-cd die nooit haperde aan de juf, noemt hij
die dan dans ik alvast op de ander, sla ik
hoog tegen zijn reeds opgestoken hand en vertel ik hem
hoe blond deze was, het hart gebroken.
elbert gonggrijp
5 oktober 2017 — 07:09
Neigt naar herlezen. Mooi, maar moet je wel tot je door laten dringen…
Groetjes,
Elbert