De mensen komen uit hun huizen, traag alsof ze
nog iets moeten halen uit hun auto’s,

een boodschap zijn vergeten, naar hun moeder
moeten of gesommeerd zijn

met de juf te praten op de school van hun kind.
Ze talmen nog wat, lijken het buurthuis

niet te kunnen vinden, lijken sowieso niet in deze
buurt te wonen, kijk daar kan dus de

vuilniszak ook in, en gluren met heimwee naar
de kip op het vuile plein waarop je, met

een vaartje, kan spelen dat je een cowboy bent.
Sommigen groeten elkaar, een duwtje,

een hoofdschudden, anderen lopen gewoon weer
weg, vergeten de boodschap hoe dan ook.