We zouden elkaar voorbijlopen, niet wetend hoe de
ander eruit ziet, hoe de stem klinkt, het
lijf beweegt. We zouden elkaar moeten volgen tot
een gesprek met een willekeurige derde
de zinnen oplevert die wij herkennen. We zouden
ons aan een tafel in de hoek zetten.
Aan de manier waarop we dan onze vellen uitspreiden
of de laptop openklappen en ons richten
naar binnen, zouden we elkaar misschien opmerken.
Er zou even naar elkaar geknikt worden, we
zouden niet durven glimlachen. Een knipoog is uit
den boze, zwaaien is onzinnig.
Bij het opstaan en verder lopen zou blijken dat we ons
vergist hebben, thuis is er geen bericht.
hans altena
12 juli 2016 — 08:28
Heel intrigerend!