Je reikt al tot mijn knie. Nee, tot mijn hart. Nee, tot mijn schouder. Nee, boven mijn schouder. Je bent geen kind, je bent een man! Een man met sterke en vriendelijke vingers. Ik heb er nu ook behoefte aan: ik ben oud. Het gelukt mij zelfs niet om de treden af te gaan als je mij niet steunt. Herinner je je toen wij deze trap op- en afliepen, oplettend om niet te vallen, dicht tegen elkaar aan in een omhelzing van medeplichtigheid? Herinner je je toen ik je leerde er alleen op te gaan, je liep pas kort, en wij telden lachend de treden? Herinner je je hoe je het leerde, je vasthoudend aan elk uitsteeksel, hijgend, terwijl ik je met uitgestrekte handen volgde?

Oriana Fallaci, uit: Lettera a un bambino mai nato
vertaald tot Brief aan een nooit geboren kind door Henny Rip