Omdat er te weinig licht is tussen de bomen buiten
en de ruiten in dit huis, de regen hangt

om haar daken heen, legt hij witte enveloppen voor
haar neer, trekt de ijle witte waden

naast het raam om haar heen, vraagt haar de lamp
boven tafel in haar ogen te laten schijnen,

trekt zijn camera van het midden van het oppervlak
naar de hoeken en springt tussen

het onderwerp en de tijd zodat haar ogen zichtbaar
zijn boven de gekleurde landschappen op

haar lijf, de lach het geheim verbond, de haren de
overgang van de belichting van

dat donkere dat uiteindelijk het huis en de regen en
de bomen opneemt en vasthoudt.