In de nacht komen zij allen om, ik heb er
geen woorden voor. Ik sta u
daar wat liefde te verdedigen maar u kijkt
naar het jurkje en hoe mijn
armen en lijf zich over alle drie kisten buigen
alsof ik ze bij elkaar veeg, vast
wil houden, mee ga, natuurlijk ga ik mee.
Zoals zij zich wierp op
het lijk van haar geliefde en ik het wanstaltig
noemde. Dan pas later,
jaren later, hetzelfde willen doen, bij dezelfde.
Dan wakker worden van
zon en open ramen, klokgelui en het warme
nest en ze vinden, alle vier.
hans altena
11 oktober 2015 — 08:48
dit is er weer zo een waarom ik je blijf lezen, volgen haast, al stuur je me eerder de wei of het bos in met je dromen 😉
alja
12 oktober 2015 — 07:12
ik strooi brood, x