Terwijl hij in me zit, valt hij in slaap. Het is
alsof ik me heel lang wil herinneren hoe
de liefde was en dus beweeg ik nauwelijks.
Er komt een hand los die
zijn warmte vasthoudt en als terloops zijn
krullen raakt. Een been probeert
langszij zichzelf te bevrijden maar hoort niet
meer bij mij. Nu de liefde
ligt, is zij zwaarder en nu zij droomt, beneemt
zij mij de adem, koortsachtig.
Ik dacht eraan hoe zij veranderde en toch
onmiskenbaar dezelfde was:
zonder na te denken rolde zij zich op mij en
stortte zich uit en bleef voor dood liggen.
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x