Nergens is laag tij lager, nergens
moet zee van verder komen, uit kelders
van zee, uit vijf kleuren slijk, uit oorlog.
Zoals ik uit 1944 tot bij jou.
Bergpaadje als een dakgoot langs
afgrond. Zee, het benedenste wat er is.
Ik houd je hand vast.
Waar begin ik aan.

Herman de Coninck, Carteret,
uit: Onderweg