Misschien is er in de droom iets gebeurd:
dit keer herinner ik me geen

op tijd wakker worden. Waarschijnlijk ben
ik totaal verloren gegaan in die

donkere uren. Zelf vermoed ik dat pas na
een halve dag, een defect

koffieapparaat, pindarotsjes als ontbijt en
drie afleveringen van een favoriete serie.

Ik heb geen vrolijke armen meer, geen
plezierige kleuren en geen gesprek.

De poes zet een haal, ik lik mijn bloed,
de keukenrol is niet geschikt als

koffiefilter. In de supermarkt twee bossen
rozen voor de prijs van een.

Bij het opnieuw opschenken van de koffie
zie ik een huis vol mensen.