Ik weet nog hoe hij bij mij kwam staan,
fluisterend in de gang, leunend tegen
het nisje waarin
wat kunst onder een aureool van takken
stilte afdwong. Hij zei me dat B. dood
was maar ik dacht dat
het niet kon. Hoeveel B’s kende ik eigenlijk
en welke was er het slechtst aan toe en
was het wel
een kwestie van conditie. Uiteindelijk
kende ik maar één B. en hij lag drie dagen
achter zijn voordeur.
Op het kastje links achter zijn aantekening
over pijn en hulp, hanenpoten tegen de
lucht in geschreven.
Drie minuten stond ik onder de flauw
oplichtende stralenkrans, zoende zomaar
Z. vanwege B. en diens conditie.
bij de dood van dichter Jos Zuijderwijk
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x