Nadat Verwey na tien dagen niet had geantwoord – en Slauerhoff had nog wel een postzegel van tien cent bijgesloten en de verzen door Truus de Ruyter laten kopiëren -, schreef Slauerhoff aan Vrij: ‘Na 10 dagen geen bericht. Verwacht het haast niet meer. Daarmee wel weinig opgeschoten.’Op 16 juli liet hij zien dat hij zich bewust was van hoe een schrijverscarrière moest verlopen: ‘Verwey schrijft niet en zal niet schrijven meer. Maar jouw denkbeeld was fout; dat men plotseling zou zeggen voila, een nieuwe ster. Neen Maarten zoo gaat het niet en is het nooit gegaan. – Ieder moet zich zelf zeer luide proclameeren. Of moet een claque een kring een partij hebben om zich te doen proclameeren. En dan nog langzaam. De 80 (Tachtigers) werden jaren lang geweigerd. – Een ander geval is een die de kracht en philosofie en berusting heeft te wachten en door te gaan en dan alles in eens. Bv. Dèr Mouw. En dan nog niet, zooang De Haan ’t niet goed vond bleef ’t liggen. Pas toen Van Eeden ’t toejuichte begon het door te breken. En spoedig door de massale omvang. En de leeftijd. Ach wij jeugdigen. Het was beter geweest dit direkt in te zien en te brengen daar waar het wel ontvangen werd. ’t Getij.’ En in een andere brief: ‘…..maar denk je er wel aan, dat ik zoolang ik onbekend bèn ook waarschijnlijk onbekend tegen vreemden wensch te blijven als streven?’

Wim Hazeu, uit: Slauerhoff. Een biografie.