Hij kent al mijn ruimtes zoals hij al mijn
Bewegingen kent, de zolder
Waarop ik woonde, de waterhuisjes, de
Etage waar de kermisautootjes
Binnen zweefden, mijn herenhuis en nu
Deze verlaten plek zoals
Hij mijn kinderen kent, mijn mannen, de
Verhalen, zijn eigen
Bescheiden rol, ik tel alles op terwijl ik
Naar hem luister, hij
De stappen rondom dit bezit, de verwilderde
Tuin, mijn lakens aan
De molen, mijn kunst, alles dat ik deed, dan
De ogen gesloten in de zon
De handen open op tafel en heel even op
Mijn huid, één, zegt hij
Anonima
12 juni 2014 — 07:07
Anonima
12 juni 2014 — 09:56
Borges: een leven met onmetelijke ochtendstonden en dagreizen die de geur van paarden hebben.
Dan past het zwijgen, zwijgen wat overigens prima valt met prachtig uitzicht.
Hè gat, wat zit ik hier nou toch weer te doen.
alja
12 juni 2014 — 12:55
niet te zwijgen 🙂