Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

een fluitje

De bonte dromen erf ik van mijn vader, al is
De gil mij veel eerder ontsnapt

Dit keer parkeer ik mijn rode, zware fiets tussen
De dunne klemmen op het

Schoolplein van mijn jeugd, ik zoek een ruimte
Om les in te geven, mijn

Dochter is bij me, ze is volwassen, zoals nu en
Het lijkt alsof wij de enigen zijn

Tussen het opgewonden, door elkaar kroelende
Publiek, dan buigen wij ons

Over zwarte vogels die vies en half dood een
Voor een door mij

Schoongewassen worden, ik houd hele plukken
Veer en vel in mijn hand

Hun grote gele snavel duwen we in een plant
Die alleen uit een bol en

Wortels bestaat, het duurt even en dan gaat de
Mond open en hapt

 

 

« »