verzen zing ik,
kreupele, en geen
dons van vleugels

nergens heen
waait de wind en
ik volgzaam

onbevoegd schrijf ik
takken neer tegen
de ruimte

neer lig ik onder
het spoor van
de regen

Leo Herberghs, Verzen zing ik,
uit: De heerlijkheid en de windlust