Als mijn eigen lijf valt, botst, schuurt, deuren
Meeneemt, hoeken, een hele straat of alleen dat
Breekbaar tafeltje in het midden

Denk ik altijd aan mijn vader die vriendelijk maar
Onhandig draaide en keerde, daarbij zijn grote
Handen vertwijfeld

Omhoog of door zijn haar waar altijd al de storm
Doorheen gewoed had, hele seizoenen gingen zo
Naar de bliksem

Zei mijn mamma, uitkijken had geen zin, opnieuw
Doen ook niet, stilstaan nauwelijks, verontschuldigen
Helemaal niet hoewel

We dat natuurlijk altijd doen: sorry zeggen voor een
Ongemak dat veel kleiner is dan ons passeren en
Dan maar wat lachen