In mijn herinnering was er het gouden korenveld
Zonnig en wuivend en breed
Hij zou op de grond hebben gelegen en met het
Puntje van zijn tong uit zijn mond
Dit alles hebben getekend, een kleine jongen bij
Een nieuwe oogst
Nu schuif ik over de afbeelding en zie een huisje
Een bruggetje, een slootje
Dreigende lucht, een rokende man die peinzend
Kijkt, een zolderkamer waarin
Wil je het zien, vraagt hij, maar achter in het veld
Heb ik het goud al gedolven
hennie van ee
27 juni 2013 — 10:42
Alja, ik lees je graag, vind je gedichten verrassend.
Zo, dat is gezegd
alja
27 juni 2013 — 10:42
mooi, dank!