Alsof ik stof schik tot draagbaar, zo plooien
Mijn vingers zijn huid

Ik heb de draden vergeten, ik maak mijn
Vingertoppen nat, ik tuit mijn

Lippen zachtjes, ik laat de sporen los boven
Zijn gesloten mond

(doe open, verzwelg) en blaas zoals ik zaad
Verspreid uit de

Overvolle bloemknop, dan groeit een weide
Uit zijn haar, draag ik

Zomerjurkjes