Aan mijn mamma ontglipt nog één woordje
Alvorens zij dagen zwijgt en terwijl

Een van ons zich herinnert dat zij altijd zong
En welke melodie, weet ik

Dat ene woord, een ander herinnert zich hoe
Zij haar schort afdeed alvorens

Maar bij mij zingt ze nooit, bij mij zegt ze
Luid en duidelijk

‘au’, haar tafelgenoten schrikken even op maar
Zakken dan weer terug terwijl

Mamma op de grond ligt, ‘lekker bakkie doen?’
Vraagt de mevrouw links

Zij neuriet wel, in bed dan, zegt mijn zusje
We zongen toch wel in bed?