Hij schreef me dat hij van me hield zoals
Hij me dat zei, elke morgen als we elkaar

Tegenkwamen, hij boven in zijn kantoortje
Ik halverwege de trap

Ik zei hetzelfde maar ik schreef het niet op
En toen ik hem las

Verscheurde ik het, in de kachel de brieven
Van mijn vader die

Hetzelfde beweerde, misschien daarom, hij
Vroeg niet waar

Het antwoord bleef, hij herhaalde niet zijn
Zin, de ochtenden werden

Avonden, ik ook van jou, zei ik maar ik kon
De woorden niet vinden