Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

een leger van vrouwen veelal

Het teveel aan gevoel verdwijnt op de keukenvloer
Glijdt vanaf de zachte bank langzaam op mijn
Knieën naar de grond, schudt met haar billen en
Wiegt haar haren

Het draagt een patroon van herfstbladeren op een
Blouse en knoopt zich open, strepen lopen over
Zijn vacht, het schudt zijn staart en richt zich op
En spietst haar

Op zijn roede, het heeft de ondergrond van ruw
Hout en komt tot stilstand in haar zacht vlees, wuift
Nog zachtjes op haar rug en neemt haar dan bij de
Hand en

Galoppeert, vrijgelaten danst het nog na, dat ze
Niet denkt dat hij terug is, dat ze niet denkt dat het
Voorgoed is, dat ze niet denkt, ploft als een overrijpe
Pruim in

Haar mond, stroperig vocht rond haar mondhoeken
En likkende tong als een slang in een leeg huis, tafels
Verschoven, sissende stilte, een klamme wand met
Daarop zijn signatuur

de plek des onheils
uit de bundel ‘de hand de beweging laten maken’,
brieven en gedichten voor en over W.
uitgave januari 2012 Atelier9en40

 

« »