Vanaf nu wilde ik gaan reizen, dacht ik en
Legde haar op plekken neer, onder
De volle bomen of in het geurend hooi, lang
In de hoeken van de wegen
Wachtend op de piepende auto’s of met het
Hoofd op tafel in een luidruchtige kroeg
Dan weer stond zij en zag het landschap
Veranderen, de passagiers, de rijders, de
Thuisblijvers, zij schreef vurige brieven van
Gemis maar ook hoe
De maan haar achtervolgde of het konijn in
De wolken
Ze had geen koffer vol maar haar handen waren
Nooit leeg
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x