De ochtend begint heel anders bij de ‘uitgespreide poten’ die
eerst op het witte scherm staan, zomaar vallen

krijsende vogels luider uit de lucht, vliegtuigen vergeten te
keren, er zijn hongerige kinderen op een

partijtje, een moeder die zich afvraagt of ze veel veranderd is
dit afgelopen jaar, in dromen komen

liefjes om, de rode vrieslucht verliest van het weeë trapportaal
waar bloemenmeisjes nog om meer bedelen,

schreeuwende orders van een buurman, vergeefs het uniform
van de macht, een startende scooter mist

de opengebleven deur, achterblijvers die liever hadden willen
beginnen met ‘echt eetbaar’ of dat

zeldzame, zelfs dat duwen tegen het vlees maar dan genoegen
nemen met de ‘bevestigende uitroepen’ van gisteren.

 

 

(we hebben het wel eens verteld, we beginnen elke ochtend
met een woord uit het gedicht van de dag ervoor dat we
meteen na het schrijven klaarzetten)