Wat was het moeilijk om man en vrouw te zijn, het was niet genoeg om samen te slapen en de liefde te bedrijven en wakker te worden met dat hoofd naast je, dat was niet genoeg om man en vrouw te zijn. Man en vrouw zijn betekende woorden maken van je gedachten, doorlopend woorden maken van je gedachten, en dan kon je misschien een hoofd naast je op het kussen ook niet meer vreemd vinden, wanneer de woorden vrij konden vloeien, iedere morgen met hernieuwde frisheid.

Natalia Ginzburg, Tutti i nostri ieri, 1952, vertaald tot
Al onze gisterens, door Henny Vlot, Meulenhoff, 2018