Steeds duidelijker wordt hoe het leven zich binnen deze
muren zal voltooien, hoe de stapels groeien waartussen

steeds stijver de bewoner zich beweegt, hoe de ramen
beslaan met de hitte van de stad, het stof

zich plakt tegen het uitzicht, hoe zachter de toon van de
bel wordt naarmate het later en later is, hoe

hoger de traptreden zich wentelen, hoe onrustig ook de
honden beneden aanslaan. Onvermijdelijk

bijna is het gesprek met jezelf. Vensters eerst nog op een
kiertje, daarna hermetisch gesloten, het

gordijn neergelaten, het groen geel en de afstand steeds
groter, het is de angst voor dat wat

leeft en zich tegen je opdringt, hijgend en bijtend, zelfs
kwispelend, of dat wat voor dood op je ligt.