Je kocht een bootje met dun gespannen draden, een oude
kapitein had de naaidozen van zijn moeder
geplunderd en al het hout naast de kachel opgebruikt, en
zette het behoedzaam op mijn schoot zodat
ik bijna niet meer in de auto paste en je keek de hele avond
naar het geduldig werk van een ander zoals
ik de hele avond keek naar jouw avonturen in het open
water, de lucht erboven en het teveel aan
ruimte tussen je bruin gespikkelde armen, de duikende
meeuwen en het brood dat even bleef
drijven of ook je mond open en de lijnen in je gezicht zo
strak en ik een drenkeling die natuurlijk
onvoorbereid nooit teruggevonden werd dan pas heel veel
later en onder je, doorboord en uit elkaar gereten.
elbert gonggrijp
17 augustus 2017 — 10:19
Wauw, wat een geweldig beeld weer! Vooral dat laatste wat het compleet maakt: ” …. ik een drenkeling die natuurlijk later en onder je, doorboord en uit elkaar gereten ” Een rauw en triest maar verdomd mooi beschreven beeld….
alja
17 augustus 2017 — 12:26
het scheelt natuurlijk ook dat ik niet zwemmen kan