Het zijn planken waarover ik moet lopen, een beetje zoals
in die truc met stoelen waarover dan vaak uiterst

lenige mensen het gevaarte doen kantelen en simpelweg
afstappen, de handen gespreid of in het

overwinningsgebaar; in deze nacht zijn het gevaarlijke
speeltuinobjecten die alleen maar blijven liggen

als er meer mensen meelopen. Schots en scheef ligt het
hout rondom een kerk die in de steigers staat,

leeg en met gebroken ruiten. Ik had je zojuist verteld dat
ik zwanger was, opnieuw maar ik herinnerde me

niet wat daaraan vooraf ging, je knikte. Aan mijn linkerkant
natuurlijk het water waar ik bang voor was en

hijgend achter mij de studenten die in hun pauze altijd dit
rondje liepen. Ik studeerde niet.