Hij zegt dat hij het eerst nu begrijpt: de beslissing, de
gevolgen van de beslissing, de eenzaamheid.

Zijn ogen zijn gesloten, halsstarrig verdringen ze de
uitkomst, zijn grimas is een ingehouden

nies, straks strijkt hij met zijn hand zijn haar weer in
model, zet zijn bril weer op. Straks staat hij

op en loopt om de tafel en bladert in een willekeurig
boek of denkt dat de wc deur de uitgang is,

zo gaat dat altijd. Na een week schaamt hij zich voor
zijn begrip, het is niet te vergelijken en

enfin, hij moet zijn zaak draaiende houden. Hij zal
steels opkijken uit zijn gemijmer en het me

vragen: denk ik dat het nog lang duurt en kelderen
zijn cijfers, hoe was dat bij mij? Zij

huilt gewoon volop, trekt aan haar haren en krijst me
toe wat een geweldige egoïst hij was.