In haar koude wereld had ik haar willen spreken.
Ik zou naast haar zitten en gewoon
haar handen kunnen pakken, ze had niet losgelaten,
niet nog een keer.
Misschien was ik zelfs langer gebleven dan de
bedoeling was, ze had immers nu
niet kunnen zeggen dat er nog iemand op mij
wachtte of dat
de wind zou aanzwellen en de regen zou komen
en ik daar niet op gekleed was,
nooit voorbereid was op iets erger: haar de tocht
laten maken in die immense kou.
‘de wereld’,
uit de bundel ‘zij draagt alvast het wit’, oktober 2014
drie jaar geleden overleed mijn mamma
Sint Pancras, 1966
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x