Net voor het donker sluipt gaan we langs
de wegen, bomen topzwaar van
tinkelende lichtjes voor en achter de ramen.
Mijn mamma noemt het
verspilling en wangedrag, mijn pappa creëert
zijn herten en hazen in
gedachten. Wij hebben het liedboek open
op het harmonium, bolkaarsen
druipend op het geborduurde kleed. Wij
duwen de kamerdeur open met
onze billen, in onze armen schalen vol eten.
Wij mogen een slokje wijn,
niets zal ooit meer hetzelfde zijn. De kamer
dampt, mijn mamma’s armen zijn
bloot en mollig, mijn vaders overhemd los,
toch is het gebed langer dan anders.
Elbert Gonggrijp
15 december 2014 — 21:17
Warm onthaal….Heb ik nou net nodig, Alja…..
alja
17 december 2014 — 08:32
sterkte jullie beiden