Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

het luchtruim

terwijl ik me verwonder
over wie toch de “hij”
in een gedicht is
waarin een dichteres speelt
met woorden in meervoud als

strepen, bomen, bladeren
stippen, slagen, randen, vogels

en in enkelvoud als

aarde, dans

(moederaarde?
dan had ze er toch
met “zij” naar verwezen

dans dan?
de dans der dansen?
zou die de “hij” zijn die

zakt, landt, loslaat, valt

of nee, natuurlijk
daar staat het:)

erf

dat alles opvangt
die vervolgens op zijn beurt

zakt, landt, loslaat, valt

maar dan omhoog

bots ik
tegen een rand

van een stoep, ja
en niet zo’n beetje ook

Wouter Veldboer, op de fiets
reaktie op mijn ‘haar beesten’ van eergisteren

 

 

« »