Ze zegt dat iedereen het anders benoemt,
het voorwerp in haar hand en dat

het ook zo kan met gedachten, meningen,
gevoelens. Ik zeg kleur en grootte,

iets over haar afkeur van ‘onecht’, zij
lacht dan, schudt haar handen leeg.

Ik denk na en doe zoals altijd: ik prijs
mijn omgeving, de herfst, hen

terwijl ik voel hoe de winter binnendringt.
Doe je handen in je zij, zou ik

haar aanraden en gooi je benen in de
lucht, raak alles dat

in tijd is stil blijven staan en haal dan
opgelucht adem.