Het lied van de zee rolt langzaam weg, wat
overblijft is de wind, het aanspoelende
water, de verstuivende korrels zand, een helm
gras dat zich verzet heeft tegen
en de hardnekkigheid waarmee hij dat alles
filmt, opnieuw snijdt, voegt
als een dunne, hoge vogel die krassend het
wad verlaat, weer terugstapt,
gaat liggen in de pentekening die zwarter
groeit maar dan weer oplost,
wit schuim, een boot die passeert, zwaaiend
licht. De huilende vrouw op de kade
verzin ik mij, zeven verdronken kinderen huilen
om niets.
(bij het werken aan een documentaire die zich
afspeelt op Schiermonnikoog)
hennievanee
9 oktober 2014 — 06:26
Ik ruik de zee, ook
alja
9 oktober 2014 — 06:27
Fijn Hennie, goedemorgen!