Hij deelt bijvoorkeur zijn angsten in de
Deuropening of bovenaan
De trap, ik kijk dan naar hem op, pas
Nauwelijks op een
Traptree, zo groot als hij nu is, zo klein
Ben ik en al die
Keren dat ik geruststelde, suste, wiegde
Heb ik hem, denkt hij nu
Uit mijn armen laten vallen, er is namelijk
Nog iets dat niet
Goed functioneert, misschien komt het
Omdat ik zelf daar
Ooit eens stond en dreigde te vallen maar
De traptreden leeg waren
hans altena
31 mei 2014 — 18:35
de meesten van ons denk ik vallen door de gaten geslagen in de levens van hen die zich over ons bogen een ongewisse toekomst tegemoet en dan blijkt onze omhelzing ook weer zo’n gat, maar misschien met iets meer nabijheid van het tekort schieten, tot eens… je raakt me weer diep Alja en ik zie het voor me, zo’n gesprek op de trap… verwijten aan de ouders zijn als weerhaken, en tja wat doe je daar mee? klimmen hopelijk, of iets vangen…
alja
31 mei 2014 — 19:53
ik denk dat het meer mijn gevoel is, lieve hans, dan zijn verwijt, ik schik graag in de minne en hij lijkt erg op mij – er zijn op die traptreden ook tal van andere gesprekken, maar dat begrijp je inmiddels van mij, de trap van vroeger was een stuk langer overigens