Was het zomer geweest, ik had opgerold
Onder de struiken gelegen, half onder de
Notenboom, hoog in de
Bloesems van het fruit, dubbel gevouwen
In de oranje-wit gestreepte zonnestoel, ook
Dan was ik bang
Geweest, witte strepen over mijn buik, een
Plotselinge val naar achteren, mijn mamma’s
Oog, de afdrukjes later
De rand van het dak hoger dan de hoogste
Boom, haar wapperend wasgoed warm van
Zon, koud haar hand
Mijn haar opzij geschoven met een speldje
En als troost een scheutje tia maria over
Het gezinspak ijs
Ik zie haar weer in de winter, onherstelbaar
En zo half, naar opzij gevallen, niet meer
Schuilend, zo laag bij de grond
hennie van ee
8 februari 2014 — 11:24
mooi
Hans Altena
8 februari 2014 — 12:15
Huiver