Langzaam wordt het ontrafeld, mijzelf
De ruimte, het vertrek

Nu al klinkt het hol in mijn schrijfkamer
Het licht lijkt witter, er verschijnen

Gaten in mijn uitzicht, iemand plakt
Een foto in een boek

Een ander loopt uit mijn kader terwijl
Ik nog schrijf

Een eend wast zich in het water, een reiger
Staat roerloos aan de kant

Een man zwaait bij de brievenbus, een
Buurvrouw steekt haar duim

Omhoog, midden in de nacht wordt
Aangebeld, mijn schaduw op de hoek