De paar minuten dat ik voor haar sta, zij
Van mij afgewend, niet meer
Ziende, horende, voelende, zijn voldoende
Mijn mantra te herhalen
Opnieuw beloof ik het haar en ik sla een
Kruisje na afloop
Niet vanwege die belofte maar vanwege haar
Afwezigheid, dan pas groet ik ook
Mijn vader, een blozende mevrouw in het
Roze komt met een
Boodschappentas de hoek om, haar fiets
Naast de mijne
Er liggen druppels dauw op onze haren
En tegelijkertijd zeggen we ‘koud hè?’
hennie van ee
7 oktober 2013 — 07:46
Nog steeds verbaasd over de hoofdletters aan het begin van iedere regel en de interpunctie,
maar mooi
alja
7 oktober 2013 — 07:49
dat is mijn eigenwijs gedrag, Hennie, dank voor het lezen